Zoals zoveel plannen uit de jaren dat de bomen tot in de hemel leken te groeien, is Overhoeks aan het IJ ontwikkeld voor de tweeverdiener met een ruime beurs. Maar door de economische crisis kwamen grote delen van de ontwikkeling achter het Eye filmmuseum stil te liggen. Het resultaat was een braakliggend complex met vervuilde grond en stagnerende verkoop van de geplande nieuwbouw. ING en Ymere stelden het gedeeltelijk gerealiseerde plan ter discussie en vroegen LOOS van VLIET, KCAP, NL architects en Geurts en Schulze om met een kansrijker plan te komen.
LOOS van VLIET kreeg de opdracht een groene oase te ontwikkelen met een dichtheid van 270 woningen per hectare en een aantal voorzieningen. Het idee erachter is simpel: het doorgaande verkeer en het bestemmingsverkeer schuift zoveel mogelijk naar de randen zodat een autovrij midden mogelijk wordt. Een deel van het parkeren wordt opgelost in bovengrondse gestapelde drive-inparkeergarages. Hierdoor ontstaat ruimte om te faseren, grond om bomen te planten en hoeft er vooraf minder te worden geïnvesteerd in duur ondergronds parkeren. Met hoogbouw in de randen en laagbouw in het midden ontstaan twee milieus. De woningen in de hoogbouw hebben maximaal uitzicht op de omgeving en kijken neer op een groen midden met bomen en laagbouw. De laagbouw bevindt zich tussen de bomen. Het maaiveld bestaat uit een park met meanderende publieke paden en privéterrassen en tuinen. Hierdoor ontstaat een tweede onderscheidend woonmilieu in de luwte van de stedelijke hoogbouw. Door te werken met volumes met afwisselende hoogten kun je bovendien groene dakterrassen creëren. Zo ontstaat er een groene oase in een hoge bebouwingsdichtheid.
De afstand tussen hoogbouw torens is zo groot mogelijk en opgevuld met laagbouw en groen
01. Hoogbouw 02. Laagbouw
locatie: Overhoeks, Amsterdam Noord
jaar: 2012
opdrachtgever: ING, Ymere