Het concept voor de daktuinen van het EU-gebouw in Brussel is gebaseerd op specifieke landschappen van de achtentwintig verschillende lidstaten van de Europese Unie. Elk land heeft zijn eigen tuin. In de Franse tuin zijn bijvoorbeeld lavendelvelden te zien, in de Bulgaarse tuin een rozenvallei, tulpenvelden in de Nederlandse tuin en een berkenbos in de Zweedse tuin. De daktuinen worden geordend op ligging in de zon of schaduw, hoogte en wind. Grote bomen zijn met name te vinden op de lagere volumes. Lage beplanting die niet windgevoelig is, ligt juist op de hoge daken. Zonminnende beplanting ligt op de hogere daken, schaduwminnende beplanting groeit juist laag. Een aantal tuinen is niet toegankelijk. Zij dienen als kijktuin vanuit de hoger gelegen kantoorruimtes. Sommige daken zijn in gebruik als lommerrijke ontspanningsplek. Er is ook een tuin met een amfitheater waar grote groepen kunnen samenkomen. Er zijn twee crèches die grenzen aan een tuin speciaal voor kinderen. Zo is de Deense tuin in het oosten geïnspireerd op de sprookjes van Hans Christian Andersen.
De toevoeging van een groen plein
Het stedenbouwkundige masterplan stelt dat de gevel van het gebouw minder gesloten is dan voorheen. De rooilijn aan de Rue de la Loi is in plaats van een strakke lijn een rafelige rand van gevels en publieke ruimten. Hetzelfde geldt voor de Rue Joseph ll. Daar waar de Rue d’Arlon en de Rue de Trèves uitkomen op Rue de la Loi, wordt een grote, groene, openbare pleinruimte toegevoegd aan het netwerk van ruimten. Onder het nieuwe plein is het bezoekerscentrum gevestigd. De schaal van het groene plein is gelijk aan andere groene ruimten in de omgeving zoals het Frère Orban Park. Met het groene plein draagt dit plan bij aan de wens een groene boulevard te maken van de Rue de la Loi. Het groene plein is op het maaiveld verhard aan de zijde van de Rue de la Loi en groen aan de zijde van de Rue Joseph ll. Door de toevoeging van bomen op het plein zal er een reductie zijn van wind. Zo zal er een fijne verblijfsplek ontstaan. Op het plein komen achtentwintig boomsoorten te staan: voor ieder lid van de Europese Unie wordt één kenmerkende boomsoort uit het land toegepast. De bomen worden geselecteerd op bijzondere kenmerken als luchtzuiverende werking, het vasthouden van water, herfstkleur of bloei, bladhoudend of juist bladverliezend. Op deze manier ontstaat er een duurzaam, groen plein dat dienst doet als entree van de Europese Unie. Langs de hellingbaan naar het bezoekerscentrum ligt een watergordijn dat uitmondt in een vijver. Deze vijver is onderdeel van het watersysteem waarbij gebruik wordt gemaakt van opgevangen regenwater. De materialisering van de openbare ruimte bestaat uit hoogwaardige materialen zoals lokaal Belgisch hardsteen.
daktuinen
niveau 0
niveau -1
Toegankelijkheid. Het plan voor de openbare ruimte sluit aan op de bestaande peilen in het maaiveld. Op het groene plein is via een trappartij een openbare verbinding gemaakt tussen de Rue de la Loi en de Rue Joseph ll. Er is een lift die tijdens openingstijden gebruikt kan worden door minder validen. Een aantal tuinen op straatniveau dragen bij aan de kwaliteit van het straatbeeld ondanks dat ze niet openbaar toegankelijk zijn.
Water. Water wordt zoveel mogelijk op daken vastgehouden en gebufferd, in zowel vijvers als kratten. Het opgevangen water wordt gebruikt voor irrigatie van beplanting op de daken.
Stadsecologie. In de tuinen wordt gebruikgemaakt van de rijkdom van de inheemse beplanting. Deze nieuwe, diverse beplanting draagt bij aan de stadsecologie van Brussel voor vogels, bijen en vlinders. Er worden tevens nestkasten voor vogels en bijen voorgesteld.
locatie: Brussel, België
jaar ontwerp: 2018
opdrachtgever: Viguier, Paris
In samenwerking met: Viguier, Paris